Vrouwen houden zo van
vrouwen die ze vaster kunnen houden,
ze willen niet te veel alleen.
De ene zoekt de andere en laat ze maar begaan.
Ze zijn gewoon en zorgen, het zal altijd zo gaan.
Ze passen goed bijeen
en slaan de armen ronder,
ze knopen aan met ’s werelds wonder.
Ze zijn de mensen welgezind
en plooien tulpen krijgen blossen van turkoois.
En tussen ribfluwelen mossen gaan de bloemen open.
Ze maken grote ogen zitten taterend te minnekozen.
Vrouwen, ze houden zo van
vrouwen die ze vaster kunnen houden.
En mannen staan ervan te kijken, laten maar begaan.
Ze zijn het niet gewoon, het zal altijd zo gaan.
A.C. Tweede Prijs Poëziewedstrijd Verlaine 2015 Koninklijke Bibliotheek Brussel