Vervoerregio Midwest stelt regionaal mobiliteitsplan voor

Patrick Demarest

11/05/2023
Actua

Sinds 2019 werken 18 gemeenten uit Midden-West-Vlaanderen, samen met andere overheden, aan een regionaal mobiliteitsplan. Samen willen ze de uitdagingen op vlak van mobiliteit aanpakken. Het plan is bijna klaar. Het voorlopige ontwerp werd goedgekeurd en is intussen ook bezorgd aan de minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Lydia Peeters. Als zij het plan ook goedkeurt, volgt er een openbaar onderzoek. Elke burger kan dan het plan inkijken en voorstellen doen om het te verbeteren. De Vervoerregio Midwest hoopt dit openbaar onderzoek op te starten in de tweede helft van mei.

De vervoerregio Midwest omvat de gemeenten Ardooie, Dentergem, Hooglede, Ingelmunster, Izegem, Ledegem, Lichtervelde, Meulebeke, Moorslede, Oostrozebeke, Pittem, Roeselare, Ruiselede, Staden, Tielt, Torhout, Wielsbeke en Wingene, maar ook het Vlaamse departement Mobiliteit en Openbare Werken, het Agentschap Wegen en Verkeer, De Lijn, De Vlaamse Waterweg, de Provincie West-Vlaanderen, de NMBS, Infrabel en het departement Omgeving.


Grote ambities

Het plan is ambitieus. Zo wil het dat tegen 2030 40% van alle verplaatsingen duurzaam zijn en er 15% minder kilometers gereden worden met de auto en de vrachtwagen. Maar duurzaamheid is niet het enige thema. Mobiliteit in de Vervoerregio Midwest moet onder andere ook zo veilig, toegankelijk en sociaal mogelijk worden.


Strategisch

Het regionaal mobiliteitsplan gaat uit van acht strategische doelstellingen. De wagen en de vrachtwagen meer en meer aan de kant laten is er één van. Steden, dorpen en economische knooppunten vlot bereikbaar houden ook. Het plan wil bijdragen tot betere ruimtelijke ordening. Er mogen geen dodelijke verkeersslachtoffers vallen, en het drukke verkeer moet uit de steden en dorpen verdwijnen. De druk op het milieu moet verminderen en iedereen moet zich kunnen verplaatsen. Tot slot zet het plan volop in op slimme systemen voor onze mobiliteit.

 

Regionaal

Het mobiliteitsplan zit op een regionaal niveau want, zo zegt het plan “Mobiliteitsproblemen stoppen niet aan gemeentegrenzen”. De regionale mobiliteitsplannen zijn de eerste in hun soort, binnen een nieuw wettelijk kader. Pionierswerk dus. Het regionaal mobiliteitsplan bepaalt de toekomstvisie voor mobiliteit binnen onze vervoerregio. Het plan kijkt een langere tijd vooruit, tot 2030 met een doorkijk tot 2050. Het zal dus lang een richtinggevend document blijven.


Basisbereikbaarheid


Het regionaal mobiliteitsplan kadert binnen “basisbereikbaarheid”, de Vlaamse visie op mobiliteit. Met basisbereikbaarheid zet Vlaanderen in op een efficiënter, duurzamer en flexibeler openbaar vervoer. Combimobiliteit of het combineren van verschillende vervoersmiddelen zoals trein, bus, fiets, deelauto… staat daarin centraal. Zo maken we werk van veilige en comfortabele vervoersknooppunten waar men gemakkelijk verschillende vervoermiddelen kan combineren om vlot een bestemming te bereiken. Waar er vraag is naar mobiliteit komt er een aangepast aanbod. Alle oplossingen voor het openbaar vervoer bundelt Vlaanderen onder één herkenbare naam: Hoppin.

Feest

Tijdens een feestelijke zitting op 9 mei in Izegem zetten de politiek voorzitter Dirk Verwilst, de ambtelijk voorzitter Lieven Van Eenoo, Machteld Claerhout van het kabinet van minister Lydia Peeters en bevoegd deputé Jurgen Vanlerberghe met een symbolische druk op de knop de laatste fase van het project in gang, met onder meer een openbaar onderzoek.