Boswachter Koen Maertens mat de schade in de bossen op

Patrick Demarest

24/02/2022
Actua

Nu de stormen gepasseerd zijn, is het tijd om een inventaris te maken van …de gevallen bomen en struiken. Boswachter Koen Maertens is aangesteld om alle bossen en openbare bossen te beheren en te bewaken, bossen in eigendom van de Vlaamse overheid, het Agentschap voor Natuur en Bos,  én openbare bossen in eigendom van steden en gemeenten en OCMW’s. Hij is actief in Torhout, Lichtervelde, Zedelgem, Edewalle, Groot-Ichtegem, Koekelare en het Praatbos in Vladslo . Wij hadden een babbel.


 

Het zal wel druk zijn nu…

Koen: “Ik ben zopas teruggekeerd uit Groenhove, waar ik een VTA doe, afkorting voor virtual tree assessment, en dan vooral kijk naar bomen die gevaarlijk zijn geworden voor het publiek.

33 bomen werden er gemarkeerd als windvallastig en vielen, of zijn door hun stabiliteit een direct gevaar voor het publiek. Beuk en naaldhout steken er bovenuit.

Ik stelde vast dat er nog wel wat windval bij de vele kleine particuliere bosperceeleigenaars te vinden is.”


Wat zijn de gevaren voor bomen bij dergelijke stormen en welke bomen zijn meest kwetsbaar?

 

Koen: “Bomen worden door het windgeweld uit hun standplaats gelicht. De wortels worden losgetrokken en zo kantelt een boom. Vaak neemt ie in zijn val nog een andere boom mee zoals bij vallende dominosteentjes.

Een storm toont echter ook waar de fouten zitten in een boom. Bomen die aangetast zijn door houtzwammen, rot in de wortels, holle plekken of slecht gevorkte takkenspillen, kunnen de winddruk niet meer weerstaan en kraken af.”


“Dreefbomen zijn vaak slachtoffer. Dreven worden bemoederd. Ze vormen een landschappelijk geheel in het bos en worden gespaard bij reguliere bosbouwkundige ingrepen, omwille van emoties bij het publiek. Maar ze staan vaak langs platgetreden paden wat het afsterven van de wortels en  zwamaantastingen in de hand werkt of langs grachtjes die geruimd moeten worden wat de bomen dan weer instabiel maakt.”

“Ook boombestanden van een en dezelfde boomsoort, zeker die waar geen bosbeheer meer werd uitgevoerd, staan steeds instabiel. De vele bomen zijn naar het licht gegroeid en vormen lange stammen met kleine kruinen om het licht te bereiken. Dat verstoort de evenwichtsbalans van een boom en dus waaien ze uit. Geen bomen kappen, betekent dus niet bomenlevens sparen, maar op termijn een heel bos verliezen.”

“Naaldhout dat zijn blad behoudt in de winter, vangt nu extra wind – ik vergelijk ze soms met zeilschepen met masten van 35 en meer meter hoog dan.”


Stormen imiteren


“Boswachters imiteren stormen. Dat leerden we uit onderzoek in bosreservaten. Maar waar stormen zonder verschil bomen omblazen, proberen boswachters er nog een extra dimensie aan te geven: we proberen interessante bomen - rechte, landschappelijk mooie, aftakelende, zeldzame, oude - alle plaats te geven, concurrentieel voordeel te geven. Zodat die een goede kruin en dus stabiliteit mogen behouden of krijgen. Als onze opvolgers dan binnen 100 jaar willen beslissen wat ze er mee zullen doen, zullen ze tenminste alle kansen voor zich krijgen om een keuze te kunnen maken. Kap, lokale houtverwerking, of staand laten oud worden en sterven.”


Heb je een kijk op de schade in de regio?

 

Koen: “In Wijnendalebos zijn alle windvalbomen geteld, toch voor wat het opengestelde deel van het bos betreft. Op zondagavond 20 februari omstreeks 18 uur klopte ik af op 200.

Er is nog een bosreservaat waar geen beheer meer gevoerd wordt: daar is het een ravage in de onverzorgde populieren- en beukenbestanden. En  er is ook nog het private bos van het kasteel: daar is vooral veel schade aan niet beheerde naaldhoutbestanden.”


“In Koekelarebos verloren we enkele zware, 250 à 300 jaar oude zomereiken. Daar bloedt mijn hart van, generaties boswachters hebben ‘gespaard’ aan die bomen en nu vallen ze om.

Ook is er schade aan jonge Koekelare dennen die een bestand vormen van een enkele soort. Die jonge Koekelare dennen zijn geplant om later de oude, die op de parking staan aan de Litterveldestraat, en wereldberoemde Koekelaredennen te gaan vervangen. Opmerkelijk: die oude dames torenen boven het bos uit en toch is er geen windval. Dit bestand werd dan ook regelmatig gedund. In totaal zijn er 200 bomen omgewaaid of beschadigd door de stormwind.”


“In het arboretum van Koekelare verloren we enkele ‘kampioenen’.  Daar zijn de bomen weliswaar nog niet super oud - geplant in 1949 - maar toch zaten er al enkele mooie exemplaren in : Een reuzenlevensboom (Thuya plicata), Tranenden, Zeeden, en tal van naaldhout (zilversparren) vielen om. In totaal werden er een 40-tal windworpen geteld.”


“Het Praatbos in Diksmuide werd dan weer wel meer gespaard. Daar zijn er slechts hooguit een tiental bomen geveld, al zijn er ook struiken (opgeschoten hakhout van boswilg) die omvergeworpen werd wegens instabiel na niet meer beheren.”


“In het Veldbos Aartrijke, ook gekend onder hospitaalbos bij de lokale mensen, is de windworp gering. Een homogeen beukenbestand kende 15 slachtoffers. Opmerkelijk was de vondst van ‘pompers’ onder zware beuken. Dit zijn beuken die door de wind los zijn geblazen van hun wortelsokkel en in gevormde gaten tussen de wortels zie je het bodemwater op- en af komen – net zoals eb en vloed waar je naar kijkt. Super gevaarlijke bomen, maar Veldbos is niet toegankelijk voor het publiek – want is een bos dat we rustig houden. De eeuwenoude eiken daar in de vallei van de Mouwbeek zijn gespaard gebleven.”


“Vloethemveld heb ik nog niet helemaal geteld. Het leek mee te vallen. Al is de trend duidelijk: naaldhout valt in blokken om, dreefbomen (beuken) hangen scheef en populieren (oude) kraken middendoor.”


“Je kan er de effecten van lokale windstoten zo uithalen. Die doen de bomen kantelen. Er is constante druk en plots nog een tandje bij. Op zondag zelf meegemaakt – de grond kwam plots omhoog. Griezelig gevoel wel.”


Wat gebeurt er met het hout?

 

Koen: “Een aantal, makkelijk te bereiken of af te voeren dreefbomen gaan als brandhout aangeboden worden. Voor wat naaldhout betreft, zullen we proberen deze te vermarkten waar technisch mogelijk. Daar worden dan planken en werkhout uit gezaagd.

Er zijn ook bomen gevallen in zones waar een exploitant actief is, die bieden we dan aan om die bomen mee op te ruimen.

Maar waarschijnlijk 75% van de gevallen bomen, zeker als het bosreservaat meegeteld wordt in Wijnendale, zal blijven liggen en in het ecologische proces opgaan. De cirkel is dan rond voor deze bomen, ze werden groot – zorgden voor vele zaailingen en die krijgen nu licht om te groeien.

Afhankelijk van hoe groot het gat is dat geslagen werd in het bos, kan er overwogen worden om te herplanten – herbebossen dus. Vaak is dat met een andere soort, omdat we er van profiteren de ooit om economische redenen geplante opbrengstbomen, naaldhout vooral, te vervangen door inheems loofhout. Daar waar natuurlijk verjongen niet lukt, planten we dus zelf aan.”